Frankrijk is niet alleen het land van wijn, kaas en romantiek, maar ook van indrukwekkende steden waar het leven nooit stil staat. Van wereldberoemde metropolen tot verrassend levendige plekken die je misschien nog niet kent. Tijd om samen te duiken in de grootste steden van Frankrijk – en nee, niet alleen Parijs komt aan bod. Zet je baret op, smeer een stokbroodje en lees mee.

Parijs is groot, maar Frankrijk heeft meer dan de Eiffeltoren

Laten we eerlijk zijn: Parijs is de ster van de show. Met meer dan 2 miljoen inwoners en een vibe die nergens anders op lijkt, is het dé stad van kunst, mode en baguettes. Elk hoekje ademt geschiedenis – van de Notre-Dame tot het Louvre – maar ook moderne coolness, met hippe cafés en galerieën waar je je latte met een kunstwerkje krijgt geserveerd. Toch is Parijs ook hectisch. De metro is drukker dan een Black Friday-sale, en parkeren is een Olympische sport.

Dan heb je Marseille: ruig, warm en levendig. Het ligt aan de Middellandse Zee en is de oudste stad van Frankrijk. Met bijna een miljoen inwoners is het een smeltkroes van culturen, kleuren en geuren. Hier eet je couscous en bouillabaisse in dezelfde straat, en hoor je Frans met een zwoele zuidelijke tongval. En dan die haven! Groot, stoer, en vol vissersboten én jachten van mensen met net iets te veel geld.

Lyon is misschien iets minder bekend, maar wát een parel. Gelegen tussen twee rivieren (de Rhône en de Saône, voor de pubquizliefhebbers) en beroemd om z’n gastronomie. Hier vind je de beste bouchons – lokale eettentjes waar je bord nooit leeg blijft – en een relaxte sfeer die perfect is voor een weekendje weg. Met zo’n 500.000 inwoners is het groot genoeg voor bruisende energie, maar klein genoeg om niet verdwaald te raken bij het zoeken naar een fatsoenlijk ontbijt.

Andere grote steden die je niet mag overslaan (ook al zijn ze iets minder Instagram-famous)

Toulouse, ook wel La Ville Rose genoemd vanwege de roze bakstenen gebouwen, is de lucht- en ruimtevaart-hoofdstad van Europa. Hier bouwen ze vliegtuigen alsof het legodozen zijn. Met meer dan 470.000 inwoners is het een moderne, jonge stad met veel studenten, techbedrijven en gezellige terrasjes waar je rosé drinkt met uitzicht op de Garonne. Het is hip zonder te proberen hip te zijn. Heerlijk toch?

Nice is, nou ja, nice. Letterlijk. Gelegen aan de Côte d’Azur en gezegend met 300 dagen zon per jaar. Ja, je leest het goed: 300. Hier loopt iedereen met een zonnebril, zelfs als het regent. De stad telt zo’n 340.000 inwoners, maar in de zomer voelt het alsof er een miljoen toeristen bijkomen. Niet gek ook, want je kunt er zonnebaden én kunst bewonderen van Matisse en Chagall in één dag. Voeg daar een bord salade niçoise aan toe, en je dag is compleet.

Strasbourg ligt dan weer helemaal in het oosten, vlakbij Duitsland, en dat zie je. Of beter gezegd: dat proef je. De stad heeft een mix van Franse flair en Duitse degelijkheid. Met zo’n 290.000 inwoners is het een compacte stad, maar wél met het Europees Parlement in de achtertuin. Niet verkeerd, hè? Het oude centrum staat op de UNESCO-lijst, en je kunt er glühwein drinken in de winter en flammkuchen eten tot je broek knapt.