Duitsland is niet alleen het land van bier, braadworst en Beethoven, maar ook van gigantische steden waar je meer tegenkomt dan alleen grauwe gebouwen en efficiency. Hier vind je cultuur, clubs, kastelen en curryworst in één straat. Tijd om samen een tour te maken langs de grootste steden van Duitsland – van de metropool waar alles draait tot de stad die stiekem veel cooler is dan je denkt. Gordel om, schnitzel in de hand, daar gaan we!
Berlijn en Hamburg: twee totaal verschillende grootheden
Laten we beginnen met de baas van allemaal: Berlijn. Met meer dan 3,6 miljoen inwoners is dit veruit de grootste stad van Duitsland. Maar Berlijn voelt nooit écht massaal aan. Waarom? Omdat elke wijk z’n eigen sfeer heeft. In Kreuzberg dans je op straat, in Mitte voel je je een kunstkenner (zelfs als je dat niet bent), en in Prenzlauer Berg wil je ineens een biologische kinderwagen kopen. Berlijn is rauw, creatief en nooit af. Je kunt er verdwalen in de geschiedenis én in een technoclub om 06:00 ’s ochtends.
Hamburg is een totaal ander verhaal, al is het met 1,9 miljoen inwoners ook een flinke jongen. Deze havenstad aan de Elbe is chique én alternatief tegelijk. Je hebt hier de grootste haven van Duitsland, dus ja, containers en cruiseschepen horen bij het straatbeeld. Maar er is ook muziek: The Beatles begonnen hier hun carrière! En dan heb je de beroemde Reeperbahn, waar je van bar naar theater naar kebabzaak slingert zonder ooit het gevoel te hebben dat het nacht wordt. Hamburg is nat (regen), nautisch (schepen), en nét een beetje Scandinavisch qua stijl.
Wat de twee steden gemeen hebben? Een creatieve energie en een totaal gebrek aan verveling. Ze zijn zó anders dat je ze eigenlijk allebei moet meemaken. Eerst rauzen in Berlijn, dan chillen aan het water in Hamburg. Klinkt als een goede vakantie, toch?
München, Keulen en Frankfurt: klassiekers met karakter
München is dan weer de koningin van het zuiden. Denk: dirndls, lederhosen en een biertuin op elke hoek. Maar onderschat deze Beierse stad niet: met 1,5 miljoen inwoners is het een economische krachtpatser vol technologie en design. Tegelijkertijd zit je binnen een halfuur in de Alpen. En tja, waar anders kun je een liter bier drinken als ontbijt zonder dat iemand z’n wenkbrauw optrekt? In München is traditie gewoon hip, vooral tijdens het Oktoberfest, waar je tussen de schnitzels en het hoempapa-geweld je innerlijke Duitser herontdekt.
Keulen (of Köln, als je cool wil doen) is met ruim een miljoen inwoners een stad waar je altijd het gevoel hebt dat het carnaval is – zelfs in juni. De mensen zijn er vriendelijk, de sfeer is los, en de Dom van Keulen torent overal bovenuit. Het accent is onverstaanbaar charmant en het lokale bier, Kölsch, drink je in mini-glazen. Waarom? Omdat het anders lauw wordt – Duitsers denken ook echt aan alles. Keulen is geen stad die indruk maakt met glans, maar met warmte.
En dan Frankfurt. Nee, niet Frankvoert. Frankfurt am Main is het financiële hart van Duitsland met z’n skyline vol wolkenkrabbers (vandaar de bijnaam “Mainhattan”). Maar naast banken en beleggingen vind je hier ook knusse wijken met vakwerkhuisjes, appelwijn en een verrassend levendige cultuur. Met meer dan 750.000 inwoners lijkt het misschien kleiner, maar qua impact is het een reus. En als je van contrasten houdt – oud versus nieuw, zakelijk versus gezellig – dan zit je in Frankfurt helemaal goed.